zondag 29 november 2009

Monsters of Folk


Het concert van de heren van Monsters of Folk hgeb ik op Crossing Border moeten missen. Stom. Maar onderstaan het concertverslag van hun optreden in Antwerpen. Ook Crossing Border.

een verschroeiende concertmarathon van de indie-supergroep Monsters of Folk.

Monsters of Folk speelden in Antwerpen zo'n drie uur. Met Jim James (My Morning Jacket), Conor Oberst (Bright Eyes), M. Ward en Will Johnson (Centro-matic). Een briljante drummer.

Geen kermis van ijdelheid of clash van de ego's trouwens, deze Monsters of Folk, al trad Conor Oberst, de meest ambitieuze van het stel, opmerkelijk vaak op het voorplan. Zo tekende hij voor een knap uitgebeend "Man Named Truth", maar ook voor pareltjes uit zijn solowerk. In "Cassadaga" vormde hij een mooi duet met M. Ward, terwijl "We Are Nowhere and It's Now" tegen een aanstekelijke mandolineriedel werd vastgeniet.

De heren waren strak in het pak gestoken - M. Ward liep er eigenlijk zelfs bij als de opgedirkte sukkel van het schoolbal - maar die gentleman"s approach stond nooit in de weg van een rondje brutale rock-"n-roll. Zo scheurden ranzige gitaren over "Say Please" en raasden de vingers van een solerende M. Ward meermaals tot bloedens toe over de snaren.

Recept voor een topconcert
Reken daarbij de wondermooie harmonieën van het gezelschap (in een rauw "Temazcal"), het heerlijk sentimentele gezinsgeluk van Jim James ("Look at You") en een stel romantische croonersongs ("Slow Down Jo", "Wonderful"), en je kreeg het recept voor een topconcert. En dan zouden we "The Sandman, The Brakeman and Me" nog bijna vergeten, in een versie die de studio-opnames met gemak naar de kroon stak.

Dheren van Monsters of Folk trakteerden op een rondje brutale rock-'n-roll.

zondag 22 november 2009

Allison Krauss


Allison Krauss, de dame met de engelen stem. En op toneel een van de grootste performers van deze tijd.

Ik heb er al vaker over geschreven maar telkenmale kom ik bij haar terug. Vanmorgen zat ik weer te luisteren naar een van haar CD's en hoorde weer: When You Say Nothing At All. Prachtig en bijgewoon mooi gezonden. Luisteren dus.


Reviews
Alison Krauss is a husky voiced angel. She is the one of the best bluegrass-country singer. Together with her band the Union Stations they are unstoppable.
Alison Krauss voice will make your knees weak, together with her beautiful voice she'll whisk you away. --Mimi 08:30, 27 March 2007 (PST)

zaterdag 21 november 2009

Q65 op Crossing Border 2009


Een aantal van jullie zal denken dat ze opgetraden tijdens Crossing Border 2009. Neen, ze signeerden het boek "De Ultieme Biografie van Q65" van Pim Scheelings. 't Boek werd gesigneerd door 3 leden van de oorspronkelijke formatie: beer, Joop en Frank. De band van "The Live I Live"; prachtig Haags Engels.

Nethalie Merchant op Crossing Border 2009


Natalie Merchant, de dame van Motherland. Ik kon haar eigenlijk niet goed zien. Wel horen.


Tijdens haar 28-jarige carriere werkte Merchant samen met een breed scala aan muzikanten, zowel op het podium als in de studio. Onder anderen met REM, The Chieftains, Ladysmith Black Mambazo, David Byrne, Billy Bragg, Wilco en vele anderen

Quotes
‘Among the most compelling and distinctive voices of the last decade.'-Q
‘Merchant is one of the most successful and enduring alternative artists to emerge from the eighties - intact and uncompromised.'-Vogue

links
Natalie Merchant zingt David Bowie’s Space Oddity (1999).

The Low Anthen op Crossing Border 2009

Het concert tijdens Crossing Border:

God, wat zijn die mensen ongelovelijk goed. Eigenlijk te mooi voor woorden. Ik heb ze nu een tweede maal gezien en ben nog steeds een beetje beduusd. Ze kunnen prachtig zingen, hebben prachtige liedjes en bespelen een ongelovelijk aantal instrumenten.

Ze zijn allen klien van stuk. En wat kan die dame heerlijk schreeuwen. In Februari 2010 komen ze weer. De tickets zijn al besteld.

Paradiso schrijft: "The Low Anthem ontstond in 2006 in Providence, Rhode Island, waar vrienden Ben Knox Miller en Jeff Prystowsky muziek begonnen te maken. Een van hun grootste fans, de klassiek geschoolde Jocie Adams, blijkt een enorme hoeveelheid instrumenten te kunnen bespelen en maakt van het duo een trio. Met tal van verschillende invloeden klinkt de band het ene moment als een rauwe bluesband om vervolgens de sereniteit en verstilling van een Gregoriaans monnikenkoor uit te dragen. Daarbij trekt het trio alle denkbare soorten instrumenten uit de kast, van een vooroorlogs harmonium tot crotales (een soort klassiek slaginstrument met kleine bronzen schijfjes). Een mix van Nick Drake, Fleet Foxes en Tom Waits. Het tweede album `Oh My God, Charlie Darwin´ werd de hemel in geprezen." 100% terecht.

donderdag 19 november 2009

Wilco groots in Paradiso (november 2009)


Voor de zoveelste keer naar Wilco. Wat een band. Daar heb ik nog steeds nauwelijks woorden voor. Groots, meeslepend en onnavolgbaar.

AMSTERDAM - Maandag kreeg een stampvol Paradiso in Amsterdam een 27 songs tellende, tweeënhalf uur durende demonstratie van wat Wilco allemaal kan. Veel beter hebben we het niet gezien, dit jaar op de Nederlandse podia.

Van elk album een liedje
Van elk studioalbum kwam iets voorbij: één liedje van het debuut A.M. (1995), zes van het meesterwerk Yankee Hotel Foxtrot (2002), vijf van het in juni verschenen zevende album Wilco (The Album). Hoogtepunt van het concert was het door het publiek meegezongen nummer Jesus van Yankee Hotel Foxtrot.

Zo maakt elk Wilco-optreden inzichtelijk hoe veelzijdig de band is: pure americana, indierock met gitaarerupties die je van Sonic Youth zou verwachten, pure popliedjes die van George Harrison hadden kunnen zijn, soulvol gezongen songs als You Are My Face. En toch is het allemaal typisch Wilco.

Bezettingswijzigingen blijken verbeteringen
Van de bandbezetting die in 1995 debuteerde, zijn alleen Tweedy en bassist John Stirratt nog over, maar vrijwel elke bezettingswijziging is een verbetering geweest: Nels Cline (sinds 2004) is een formidabele gitarist en als je niet oppast, sta je zomaar een halfuur naar de functioneel virtuoze Glenn Kotche (sinds 2000) te kijken, één van de beste drummers in het rockcircuit.

Voor hen staat de wat gebogen gestalte van Jeff Tweedy (1967), een man die je op straat zo voorbij zou lopen, maar die beslist tot de grootste Amerikaanse rockmuzikanten van het decennium hoort. Jarenlang was hij kettingroker, maar in Paradiso bleek maar weer eens hoe spectaculair veel beter Tweedy is gaan zingen sinds hij in 2005 stopte met roken. Songs als het schitterende Impossible Germany en Side With The Seeds onderstreepten dat.

Wat een muzikantschap en wat een feest, zomaar op een maandag in november.