zondag 18 oktober 2015

Rickie Lee Jones: Terugkeer van een verloren gewaande diva

Rickie Lee Jones: Terugkeer van een verloren gewaande diva Door Cis van Looy op 18 oktober 2015 Vrijdag kreeg de onlangs grondig gerestaureerde Roma enkele dagen na Randy Newman, met Rickie Lee Jones een ander icoon uit de singersongwriterswereld op bezoek. Eind jaren zeventig neemt de blonde zangeres met de rode baret het briljante titelloze debuut en de hit Chuck E’s in Love een snelle start. De Amerikaanse diva bereikt weliswaar nooit de sterstatus van illustere voorgangers als Joni Mitchel noch Carole King maar de ‘Duchess of Coolsville’ staat met haar eigenzinnig repertoire model voor een volgende generatie van vrouwelijke singersongwriters zoals Tori Amos. Het meesterlijke debuut zal Jones nooit evenaren. Hoewel, de moeilijke opvolger Pirates en de sporadisch uitgebrachte jazzy werkstukken uit de jaren tachtig nog fraai tijdloos werk bevatten terwijl Jones’ output van het volgende decennium deels door ongebreidelde experimenteerdrift gefnuikt worden Na een artistieke opleving met The Evening of My Best Day, The Sermon On Exposition Boulevard en het recentere Balm In Gilhead zit de zangeres blijkbaar al een tijdje op een dood spoor. Drie jaar geleden verhuisde ze naar New Orleans, dat ze uitgerekend daar verzeilde is niet helemaal toevallig. Haar vader een muzikant, die Jones op haar achterliet met een labiele moeder sleet er zijn laatste levensjaren en in the Cresent City ontmoette ze enkele decennia geleden Woody en Dutch, het duo dat op het uit 1981 daterende Pirates figureert. Op een leeftijd gekomen waarop het niet bijzonder galant is dames naar hun exacte leeftijd te polsen, vindt Jones in ieder geval haar tweede adem terug met The Other Side Of Desire, dat met de hulp van crowdfunding en plaatselijke muzikanten tot stand komt en de zwoele aparte sfeer van die invloedrijke muziekstad uitademt. De hoogste tijd om nog eens naar Europa te komen. De bescheiden tournee, met enkele concerten in Scandinavië voorziet ook in Antwerpen een stopplaats. Na de eerder op de week hopeloos uitverkochte concerten van Newman, loopt het vrijdagavond niet echt storm in De Roma Het grote balkon blijft gesloten, door strategische plaatsing van enkele tafeltjes lijkt het gelijkvloers nog enigszins gevuld. La Jones stapt op het podium gehuld in sobere zwarte outfit met koket bunnystrikje en zet samen met de vijfkoppige begeleidingsband Weasel and the White Boys Cool in. Het duurt even voor we die parel uit haar debuut herkennen Neen, het heeft niets met het gehoor of geheugen van het wat oudere publiek te maken, Jones stem lijkt uit de monitor te komen, als de man die de PA stuurt dit door heeft lonkt de outro. Gelukkig volgen er nog een handvol pareltjes uit het debuut zoals een ingetogen, meeslepend The Last Chance Texaco waarin de hoge noten nog moeiteloos gehaald worden en uiteraard het onnavolgbare Chuck E’s In Love met knap gitaarspel van Jones en Joss Tellier, violiste Catherine Ledoux debiteert fingersnappin’ percussie. In de backingband huizen verder nog toetsenman Vincent Rehel en een inventieve ritmetandem met Max Sansalone en François Plante, die zijn akoestische bas bij momenten met de cellostrijkstok beroert. Het kwintet uit Canada ondersteunt fingerpicking van de diva met een organische fundament. In de selectie uit The Other Side Of Desire imponeert Jones met ijle hoge uithalen in Blinded By The Hunt. Sprankelende gitaarlicks en een warm orgeltje omarmen elkaar het Jimmy Choos, na de akoestiche cajun van Valtz de Mon Pere gaat Jones samen met Tellier even loos op de elektrische gitaar in een lichtjes psychedelisch getint intermezzo en ruilt vervolgens de zes snaren voor de pianovleugel. Een knap opgebouwd ritmisch Infinity vormt de voorbode van enkele hoogtepunten met (letterlijk) adembenemende vocale hoogstandjes die op enthousiast herkenningsapplaus worden onthaald. Het uit Pirates geplukte prachtige epos Living it Up met soulvolle achtergrondzang en een ongenaakbaar, verstild poëtisch On Saturday Afternoons in 1963 , “years may go by”, inderdaad. Er volgt nog een uitgesponnen ietwat complexe versie van The Horses. Rickie Lee vertrouwd haar piano even toe aan Rehel en brengt de uit New Orleans geplukte R&B slijper Je Connais Pa helemaal in de spirit van Domino/ Bartholomew, het legendarische tweespan uit New Orleans, klinkt even sterk op het podium. Tijd voor een uitgebreide reeks toegiften hopen de fans in de zaal maar dat is buiten de grillige La Jones gerekend, ondanks een stormachtig aanzwellend applaus zit een enkele toegift er zelfs niet in. Dat was toch het minste waarmee de zangeres haar trouwe fans na het lange wachten kon plezieren. La Jones, The Duchess of Coolsville lijkt weer helemaal terug, inclusief het onberekende grillige karakter.