zaterdag 16 november 2013

Volcano Choir in Koninklijk Circus: moeilijk én magisch

Volcano Choir in Koninklijk Circus: moeilijk én magisch Door: Pieter Coupé − 14/11/13, 18u33
© photo news. Archieffoto van Bon Iver. dm review Zijn alter ego Bon Iver is hij even beu, dus toert Justin Vernon nu met Volcano Choir. Deze zevenkoppige band schipperde in Brussel tussen magie en moeilijkdoenerij, maar trok het Koninklijk Circus over de streep met een magistrale finale. (*** 1/2) . Een nieuwe plaat van Bon Iver is niet voor morgen, zo benadrukt Justin Vernon in recente interviews. Wat niet betekent dat hij stilzit: alleen al dit jaar is hij te horen op de albums van Kanye West en Poliça, en heeft hij zelf platen uitgebracht met zijn bands The Shouting Matches en Volcano Choir. Die laatste groep stond gisteren in het Brusselse Koninklijk Circus om er zijn tweede album 'Repave' voor te stellen. Op 'Repave' spelen Vernon en zijn zes makkers uit Wisconsin met contrasten: ruw én delicaat, intiem én bombastisch, toegankelijk én experimenteel. Hoewel je hoort dat er hard aan is gesleuteld, klinkt het album nooit geforceerd en staat de complexiteit nooit de zeggingskracht van de songs in de weg. Ook op het podium goochelde de band met stijlen en geluiden. De Brusselse setopener 'Tiderays' begon met een kerkorgelachtige drone van één man achter een batterij elektronica, waarbij de andere muzikanten druppelsgewijs aansluiting zochten: krullende gitaartjes, een doffe beat, een zachtjes dwingende groove. Justin Vernon, staand achter een soort pupiter, drapeerde er zijn kopstem over, en bewerkte ze met elektronica. Bizar? Zeker, maar evengoed intrigerend en meeslepend naarmate de song naar een bombastische climax toewerkte. Veel songs van Volcano Choir volgden datzelfde procedé (klein beginnen en groots eindigen), maar de band legde wel telkens andere accenten. 'Island, IS' (een van de drie nummers uit de eerste plaat, 'Unmap') deed met zijn rechtlijnige groove en een haast rappende Justin Vernon aan hiphop denken. En bij de dobberende dubbassen, verknipte zang en haperende ritmes van 'Comrade' sprongen de elektronische uitspattingen van Radiohead je voor de geest. Opnieuw bleek duidelijk hoe bedacht en geconstrueerd de nummers van Volcano Choir wel zijn, tegelijk stoorde je je daar geen moment aan: de mix van van genres, hoe bont ook, wérkte. In 'Keel' en in het eerste bisnummer 'Almanac' grepen al die diverse invloeden dan weer niet in elkaar en bleef het resultaat al te gekunsteld aandoen. Wie Justin Vernon en zijn zeskoppige koor een stelletje kunstrukkers vindt, kon hier argumenten te over rapen. 'Keel' bleef maar aarzelen en weifelen zonder tot een uitbarsting te komen - of het moest die enorme eightiesecho op de stem van Vernon zijn. En 'Almanac', nochtans een song waarin de drank rijkelijk lijkt te vloeien, bereikte nooit de beoogde beroezing, hoe indrukwekkend Vernon ook schakelde tussen kopstem en diepe brom. En wat moesten we eigenlijk denken van die twee nieuwe nummers? 'Valleyonaire' was verdienstelijke indierock met gruizige ninetiesgitaren - maar zo hebben we op onze zolder nog tientallen cassettes liggen. Het door Justin Vernon als "politiek correct" aangekondigde 'The Agreement' klonk al overtuigender, maar viel met zijn rechttoe rechtaan, door Springsteen beademende geluid toch te veel uit de toon bij de rest van het concert. Wel leuk om te zien was hoe een intens gesticulerende Vernon zich in deze rocksongs duidelijk bevrijd voelde van zijn Bon Iver-imago als 'gevoelige jongen met gitaar zingt over zijn gebroken hart'. Die bevrijding schreeuwde hij ook uit in de ultieme anti-Bon Iver-song 'Acetate', met de niet mis te verstane regels "i won't beg for you", en in 'Byegone', met zijn heerlijk meebrulbare "Set sail!"-refrein. Hier geen intieme singersongwriterij of moeilijkdoenerij, maar triomfantelijke indierock, met zeskoppige samenzang ('Acetate') en donderende drums ('Byegone'). Zijn teksten bij Volcano Choir mogen dan behoorlijk cryptisch zijn, met zijn wendbare stem wist Vernon wél heftige emoties op te roepen. Wanneer hij in "there's still a hole in your heart" huilde in 'Dancepack', voelde je dat er iets op het spel stond. Het Koninklijk Circus luisterde ook met ingehouden adem naar 'Alaskans', waarin Vernon met diepe, r&b-achtige kreunstem zijn demonen bezweerde terwijl gitaren en elektronische soundscapes rond zijn hoofd gierden. De band zelf toonde zich overigens net zo onder de indruk van het aandacht toehorende publiek als de toeschouwers in bewondering stonden voor de muzikanten - wat een aardige kerels, die Wisconsinites. De respectvolle sfeer spoorde Volcano Choir aan om in 'Still', de laatste song voor de bissen, álles uit de kast te halen: wat begon als een stille meditatie eindigde in een explosie van lawaai waarin Vernons stem tien kanten tegelijk uitschoot, de muzikanten zich in duizend bochten wrongen en de drummer ook het laatste restje energie uit zijn lijf wilde slaan. Alsof dat nog niet voldoende was, speelde de band als laatste bisnummer nog 'Youlogy' (uit de eerste plaat). Magistraal hoe Vernon, geruggensteund door een eenzame gitaar, een ingehouden drone en een spaarzame drum, die song richting pure soul stuwde.

Geen opmerkingen: